Spreken bij uitvaarten: zo kun je dat doen
Neem je het woord bij de uitvaart van je vader, moeder, partner, vriend of collega? En zo ja, hoe pak je dat aan?
“Mijn moeder wilde tot de dag van de uitvaart openhouden of ze iets zou zeggen. De ochtend van de uitvaart van mijn vader werd ze wakker met de tekst in haar hoofd. Dat hadden we wel verwacht – ze speecht op de jubilea van al haar vriendinnen – en haar praatje – van niet meer dan een minuut – paste nog prima na onze vier geplande toespraken.” Eén van de kinderen Timmermans vertelde iets over hun vader, een van zijn broers en een oud-collega hielden een praatje en het oudste en jongste kleinkind deelden namens de kleinkinderen hun herinneringen aan opa. Bij elkaar gaf het een mooi beeld van het leven van Edward Timmermans. Ze wisselden de verhalen af met muziek en fotopresentaties. Het geheel duurde drie kwartier. “Precies goed,” vindt dochter Desirée, die met voldoening terugkijkt op het afscheid dat ze zonder voorganger, maar met hun uitvaartverzorger, vormgaven.
Kerkelijk?
Bij kerkelijke uitvaarten spreek je de dienst door met een dominee, pastoor of een andere ‘voorganger’. Kiezen jullie voor een eigen afscheid, dan kun je iemand inhuren om die rol te vervullen, bijvoorbeeld een ritueelbegeleider.
Ritueelbegeleider
Ritueelbegeleider is een jonge beroepsgroep, met een eigen beroepsvereniging (Landelijke Beroepsvereniging van Ritueelbegeleiders) en beroepscode. Ritueelbegeleiders zijn opgeleid om uitvaarten (en andere belangrijke levensmomenten) vorm te geven.
Voorgangers
Het kan ook zijn dat een familielid of familievriend de rol van ceremoniemeester op zich neemt. Uitvaartverzorgers kunnen ook gasten verwelkomen, sprekers voorstellen en de dienst ‘aan elkaar praten’. Uitvaartsprekers kunnen een levensverhaal, of in memoriam, opstellen en voordragen.
Zelf iets zeggen?
Veel direct nabestaanden weten wel of ze het woord willen voeren op de uitvaart van een dierbare. Sommigen willen heel graag iets zeggen, anderen weten zeker van niet. Als je twijfelt is de belangrijkste richtlijn wat de overledene gewild zou hebben.
Doel
Idealiter geeft de dienst als geheel een goed beeld van het leven van de overledene en troost het delen van herinneringen. Het ondersteunt de aanwezigen bij de verwerking van het verlies. Een goede uitvaart helpt ook bij rouw om eerdere verliezen.
"Drie kwartier is een mooie tijdsduur voor een afscheid; 5-10 minuten per spreker"
45 minuten
Hoe vul je een afscheidsdienst in? Meestal wordt een programma opgesteld van afwisselend praatjes en muziek en – steeds vaker – beeld (variërend van een of enkele foto’s tot diverse filmpjes). Drie kwartier is een mooie tijdsduur voor zo’n afscheid, al is het natuurlijk geen wet van Meden en Perzen. Belangrijker is dat de gasten kunnen inschatten hoe lang het afscheid gaat duren. Als je zelf naar een uitvaart gaat weet je ook graag hoe het programma er ongeveer uit zal zien.
Tijdlimiet
Als de ‘dienst’ zo’n 45 minuten duurt, zal de uitvaartplechtigheid inclusief het in- en uitgaan van de zaal ongeveer een uur duren. In veel crematoria moet men zich strikt aan die tijdsduur houden, maar er zijn ook locaties die families vrij laten in de tijd die ze voor het afscheid uit willen trekken.
Valkuilen
Iedereen heeft wel eens met kromme tenen gezeten bij een spreker die liever zichzelf hoorde dan iets wezenlijks vertelde over de overledene. Een ander valkuil is dat nadruk te veel ligt op de laatste (vaak zware) ziekteperiode. Of kinderen die allemaal dezelfde anekdote vertellen. Wat ook nogal eens misgaat is dat het leven van de overledene pas lijkt te beginnen bij zijn of haar huwelijk.
Hele leven
Het moment dat hun ouders elkaar leerden kennen is voor de kinderen vaak een logisch startmoment van hun uitvaartspeech. Maar ook voor mensen boven de tachtig waren hun kinderjaren belangrijk. Broers en zussen van die generatie spreken misschien niet graag op de uitvaart, maar ze kunnen wel gevraagd worden om iets over de overledene te vertellen, wat een van de sprekers verwerkt in zijn verhaal.
"Een valkuil is dat het leven pas lijkt te beginnen bij het huwelijk"
Aanvullen
Bepaal met elkaar welke sprekers er gevraagd worden, hoe lang die spreektijd krijgen en wat globaal de inhoud van hun verhaal zal zijn. Dat klinkt misschien wat streng, maar sprekers vinden het vaak fijn om een leidraad te krijgen, om te weten waar ze aan toe zijn, wat er van hen verwacht wordt.
Hoeveel?
Hoeveel mensen je aan het woord laat, hangt niet alleen af van wie er iets willen zeggen, maar ook van hoeveel direct nabestaanden er zijn en in hoeveel kringen de overledene actief was. Als alleen de kinderen spreken, zet je iemand alleen neer als vader of moeder. Je kunt ook een (oud)-collega vragen iets te vertellen over het werkzame leven, en een vriend(in) om iets te vertellen over een belangrijke vriendschap of vriendenkring. Je kunt de sprekers ook vragen om (vooral) iets te vertellen over een bepaalde periode uit het leven van de overledene. Je weet dan zeker dat zijn hele leven belicht wordt.
Kleinkinderen
Zijn er negen kleinkinderen? Die kunnen niet allemaal aan het woord komen. Vaak voert er een kleinkind het woord, al dan niet namens de rest. Wat ook kan, is dat een aantal kleinkinderen tegelijkertijd naar voren komt en samen een verhaal vertelt.
Ieder kleinkind kan bijvoorbeeld een herinnering aan opa of oma delen, of vertellen wat hij het meest zal missen. En natuurlijk kunnen kleinkinderen in plaats van iets vertellen ook muziek maken, zingen, een kaars aansteken of een bloem neerleggen.
Structureren
Als je namens een groep mensen spreekt – of dat nu (klein)kinderen, broers en zussen, vrienden of collega’s zijn – kun je ook andere mensen aan het woord laten in je verhaal. Je kunt ze bijvoorbeeld om een herinnering of anekdote vragen en die in je verhaal verwerken. Of ze als een soort alinea’s in je verhaal zetten. Als je die alinea’s steeds op dezelfde manier begint (‘zus Els herinnert zich Edward..., ‘zus Alie herinnert zich....’, ‘broer Kees...’), vormen ze met elkaar vanzelf een geheel.
Beeldend
Een toespraak duurt meestal tussen de vijf en tien minuten. Het is zaak om daarin kort en bondig te zeggen wat je op het hart hebt, maar niet zuinig te zijn met relevante details die de overledene typeren. Vertel liever dat er elke zaterdag gemonopolyd werd dan ‘zij hield van spelletjes’.
Zintuigen
Schrijf beeldend. Doe een beroep op meerdere zintuigen. Beschrijf bijvoorbeeld hoe iets rook (‘haar onovertroffen appeltaart’) of dat ze graag de ramen lapte met Abba op en dan luidkeels meekwaakte. Het maakt je tekst levendig en herkenbaar.
Inzien
Vraag sprekers of ze hun toespraak van tevoren naar jou of je uitvaartverzorger mailen, zodat je eventuele overlap eruit kunt halen. Bovendien kan je uitvaartverzorger een kopie van de toespraken meenemen, zodat er geen paniek hoeft uit te breken als een van de sprekers de toespraak vergeet of – je weet het nooit in het verkeer! – niet (tijdig) op de uitvaart verschijnt.
Oefenen

Als je zelf een toespraak schrijft, lees die dan van tevoren hardop voor en klok hoe lang het duurt. Als je je verhaal hardop voorleest hoor je meteen wat er tekstueel of inhoudelijk nog niet helemaal klopt. Druk hem af in een lettertype en -grootte dat je makkelijk leest, en voeg witregels toe om aan te geven waar je een rust laat vallen. Een toespraak kan nog zo mooi en pakkend geschreven zijn, als hij nauwelijks verstaanbaar wordt gemompeld doe je de overledene geen recht. Onervaren sprekers lezen vaak te snel.
Emoties
Veel nabestaanden aarzelen om te spreken omdat ze bang zijn om door emoties overmand te worden als ze hun verhaal voorlezen. In de praktijk valt dit reuze mee. Het helpt als je je verhaal thuis al een aantal keren (hardop) gelezen hebt.
Je uitvaartverzorger zal ervoor zorgen dat er een glas water staat. Als het lezen je emotioneert, stop je, drink je een slokje en lees je weer verder. Toehoorders snappen dat je geraakt bent, dat geeft niks.
Het kan helpen om er niet alleen te staan, maar een broer, zus, vriendin of de uitvaartverzorger te vragen om naast je te staan. Meestal volstaat diens aanwezigheid. Eventueel kan diegene bij haperingen een hand op je onderrug leggen.
Laten voorlezen
De schrijver hoeft niet de voorlezer te zijn! Overweeg als je wel iets wilt zeggen, maar niet voor de groep wilt staan, om een ander – bijvoorbeeld de uitvaartverzorger – je tekst namens jou te laten voorlezen.
Spijt
Tot slot: degenen die de moed vatten om te spreken tijdens de uitvaart van een dierbare hebben daar eigenlijk nooit spijt van. Andersom komt wel voor.
Tip
Neem een voorwerp mee dat symbool staat voor de overledene of voor jullie relatie. Mensen zijn visueel ingesteld, een beeld beklijft vaak nog beter dan een verhaal.