Ga door naar hoofdcontent
NieuwsWettelijk kader voor postmortale zorg?

Wettelijk kader voor postmortale zorg?

Woensdag 28 april 2021

Postmortale zorg moet je goed doen. Maak je een fout, dan kunnen nabestaanden daar hun leven lang last van hebben. Iedereen die in de postmortale zorg werkt, realiseert zich dat. Toch is een wettelijk kader voor postmortale zorg wenselijk.

Wie in de postmortale zorg werkt, weet dat fouten grote consequenties kunnen hebben. Maar weet ook iedereen die postmortale zorg uitvoert, welke handelingen uitgevoerd mogen en kunnen worden? En beschikken alle postmortale zorgmedewerkers over de vaardigheden die nodig zijn voor de verzorging van de overledene? En voor de communicatie met de nabestaanden? Om nabestaanden meer zekerheid te bieden dat hun dierbare waardig en respectvol verzorgd wordt, zet BGNU zich in voor een wettelijk kader voor postmortale zorg.

“Eigenlijk is het raar”, zegt BGNU-directeur Heidi van Haastert,. “Als je patiënt bent in een ziekenhuis, moeten artsen en verpleegkundigen aan allerhande eisen voldoen om aan jouw lichaam te mogen zitten. Overlijd je er, dan mag iedereen met de beste bedoelingen jouw lichaam verzorgen. Dan gelden er geen eisen die ervoor zorgen dat men weet wat men doet. En dat terwijl nabestaanden er flink last van kunnen hebben, als hun dierbare niet netjes verzorgd is”.

Patiënt heeft rechten, overledene niet

De rechten van patiënten in een ziekenhuis zijn goed beschermd door alle regels die er gelden voor de zorg. De zorgmedewerkers zijn BIG-geregistreerd. Dat betekent dat ze over kennis en vaardigheden beschikken als ze met hun werk beginnen. En dat ze die ook bijhouden middels jaarlijkse scholing.

Wie in het ziekenhuis komt te overlijden, kan verzorgd worden door mensen die dat met heel hun hart doen, maar kennis of ervaring missen. Voor de postmortale zorg gelden geen wettelijke eisen. Nabestaanden kiezen vaak ook niet bewust voor een bepaalde postmortale verzorger. Er zijn nu eenmaal handelingen die gedaan moeten worden voordat een overledene een ziekenhuis kan verlaten. Zo worden infusen en katheters verwijderd en wonden verzorgd. Dat doen meestal de medewerkers postmortale zorg in het ziekenhuismortuarium.

Ook als iemand niet in een ziekenhuis overlijdt, komt de laatste verzorging van de overledene vaak in handen van een medewerker postmortale zorg. Hij of zij zorgt dan – al dan niet samen met nabestaanden – dat de overledene verzorgd en gekleed wordt.

Rekenen op respectvolle verzorging

De postmortale zorg is een van de eerste dienstverleningen waar nabestaanden na een overlijden mee in aanraking komen. Verloopt de verzorging niet zoals zij hadden verwacht, of ziet de overledene er daarna niet uit zoals nabestaanden verwacht hadden, dan kan dat de periode tot de uitvaartplechtigheid en de rouw daarna overschaduwen. In de uitvaartbranche zien we helaas dat nabestaanden kunnen blijven hangen in de pijn die hun dierbare door een slechte verzorging is aangedaan. In sommige gevallen leidt dat ertoe dat professionele hulp ingeschakeld moet worden.

Los van wat juiste postmortale zorg voor nabestaanden kan betekenen: iedereen in Nederland moet erop kunnen rekenen dat er na zijn overlijden zorgvuldig met zijn lichaam wordt omgegaan. Ook als er niemand kijkt, moet iedereen er van op aankunnen dat de laatste verzorging respectvol gedaan wordt. Dat vraagt om objectieve voorwaarden en normen. Aspecten als vakbekwaamheid, een professioneel instrumentarium, een goede werkomgeving en ethiek bij de verzorging van een overledene moeten voor iedereen die werkzaam is in de postmortale zorg geregeld zijn.

Pleidooi voor wettelijke kaders

Brancheverenging BGNU pleit daarom voor wettelijke kaders voor de postmortale zorg. Dat heeft BGNU ingebracht in de rondetafelgesprekken met Yvonne van Mastrigt in het kader van de evaluatie van de Wet op de lijkbezorging. En natuurlijk ook onlangs in een gesprek met het ministerie van VWS.

Door te werken met geaccrediteerde opleidingen, beroepsregistratie en permanente educatie kan de kwaliteit van postmortale zorg geborgd worden. Naar mening van BGNU zijn dat zaken die niet door de uitvaartbranche zelf geregeld kunnen worden. In de uitvaartbranche is een toenemend aantal personen en ondernemingen werkzaam die door brancheorganisaties zoals BGNU en VMG nauwelijks bereikt worden. En door hen ook niet aan normen gebonden kunnen worden.

Overledenen worden goed verzorgd

Ook al worden er momenteel geen eisen gesteld aan wie werkzaam is in de postmortale zorg: overledenen worden doorgaans netjes verzorgd. Werkers in de postmortale zorg kiezen heel bewust voor hun werk en doen dat met heel hun hart en met goede bedoelingen. Zij helpen daarmee nabestaanden om goed afscheid van hun overledene te nemen.

Er zijn geen cijfers over hoe vaak nabestaanden niet tevreden zijn over de laatste verzorging. Nabestaanden merken niet iedere minder goede laatste zorg op, of maken daar een klacht van. Wel is duidelijk dat uitvaartverzorgers achter de schermen vaker problemen zien dan uit klachtencijfers of berichten in de media naar voren komt. In het laatste geval gaat het om ernstige incidenten en ieder incident is er een te veel.