Ga door naar hoofdcontent
NieuwsUitvaartbegeleider Daniëlle Harsta-Franken: Eerst frustratie en verdriet ruimte geven

Uitvaartbegeleider Daniëlle Harsta-Franken: Eerst frustratie en verdriet ruimte geven

Donderdag 14 januari 2021

Uitvaartbegeleider Daniëlle Harsta-Franken is moe, na maanden corona-uitvaarten. Van het voortdurend afstemmen met iedereen wat er kan en mag, maar vooral omdat ze zich steeds terug moet houden. “Ik wil mensen weer kunnen aanraken, de verbinding voelen.”

Elke kerk, begraafplaats en crematorium stelt een eigen coronaprotocol op. En elke medewerker gaat daar weer anders mee om. “Je moet met iedereen voortdurend afstemmen wat kan en mag. De regels veranderen steeds.” Het is pittig. Ze is er moe van, uitvaartbegeleider Daniëlle Harsta-Franken, van het maandenlang regelen van corona-uitvaarten.

Er kan veel

In de praktijk kan er nog steeds vaak best veel, is haar ervaring, méér dan je misschien zou denken. De meeste rouwautochauffeurs nemen de rouwbloemen nog gewoon aan, al staat in het protocol van het vervoerbedrijf dat de bloemstukken op de grond voor de rouwauto moeten worden gelegd, er kan nog ‘samen’ verzorgd worden, mits de overledene niet aan corona is overleden (om de beurt familie en professional; de overledenenverzorgers trekken bijvoorbeeld de onderkleding aan, doen een stap terug en instrueren de familie voor het aantrekken van de bovenkleding) en toen er geen catering was toegestaan gaven sommige crematoria uitvaartgasten coffee-to-go mee. Uitvaartwerkers weten hoe belangrijk al deze kleine gebaren zijn. Maar natuurlijk moeten ze ook en vooral aan hun eigen gezondheid denken. Daniëlle ervaart het werken in coronatijd wel als zwaar, onder andere vanwege al dat extra afstemmen: “Ik vraag van alle mensen met wie ik samenwerk bij een uitvaart hun mobiele nummers en bel ze van te voren op om te overleggen over de kleinste details.“

Elkaar vasthouden

Sommige kosters en aulabeheerders willen zich wel strikt houden aan de anderhalve meter tussenruimte, voor iedereen, ook voor de directe familie, zelfs al was die de hele uitvaartweek al bij elkaar. “Soms moet ik praten als Brugman om een moeder met haar volwassen kinderen op de dag van de uitvaart bij elkaar te laten zitten.” Begrijpelijk, want voor het niet handhaven van de coronaregels gelden flinke boetes. “Maar toch is het echt nodig om een arm om elkaar heen te kunnen slaan”, vindt Daniëlle, “als je broer zijn verhaal houdt tijdens de uitvaart, of als je je vader het graf in ziet zakken.”

Uitvaartbegeleider Daniëlle Harsta-Franken is “mondkapjesmoe”

Het werken met een mondkapje op went nog niet. Daniëlle heeft er ronduit een hekel aan, al is ze zich goed bewust van de noodzaak . “Na een dag met een mondkapje op ben ik uitgeput. Het is benauwend, je moet steeds nadenken over wanneer op en wanneer af, het schept afstand en het verhult emoties.”

Terug moeten houden

Maar werken tijdens deze coronapandemie is toch vooral emotioneel belastend. “Ik ervaar het als heel vermoeiend om mezelf steeds terug te moeten houden. “Niet die arm om iemand heen te kunnen slaan… Ik ben nogal aanrakerig.”

Woede

Regelmatig komt uitvaartbegeleider Daniëlle Harsta-Franken nabestaanden tegen die gefrustreerd zijn. Ze ervaart het als ‘dubbele rouw’: naast rouw om het verlies van een dierbare is er woede en verdriet om wat er allemaal niet mag in coronatijd. Soms over hoe er met hun dierbare is omgegaan in coronatijd, vaak ook over het feit dat zij de laatste weken of maanden niet of nauwelijks bij hun vader, moeder of partner mochten. Zoals die dochter die haar moeder niet mocht zien, tijdens de eerste golf, en die van de directeur van de zorginstelling te horen kreeg dat hij haar zou laten arresteren als ze nog één keer zou komen. En laatst nog, een andere dochter, die maar een half uur per dag bij haar vader in het ziekenhuis mocht zijn. “Dan is er zoveel boosheid. Daar moet je eerst ruimte aan geven, dan pas kunnen ze rouwen. Onder boosheid zit altijd verdriet, pas als dat gevoeld en geuit is kunnen ze de uitvaart gaan regelen.” De opleiding psychosociale therapie die Daniëlle ooit deed komt haar nu goed van pas.

Van ouderen- naar uitvaartzorg

“Ik werkte meer dan dertig jaar in de ouderenzorg, sinds mijn zestiende,” vertelt de uitvaartbegeleider van Jager Uitvaartbegeleiding in Dronten. “Maar ik kon steeds minder de zorg bieden die ik wilde. Ik werkte de laatste jaren in een palliatief team. Daar leerde ik het werk van uitvaartbegeleiders kennen. Ik zag me dat wel doen. Sterker nog: ik dacht vaak: dat kan ik beter.” Daniëlle volgde een uitvaartopleiding en werkt sinds vorig jaar september bij Jager. Ze was nog niet goed en wel ingewerkt, toen corona uitbrak.

Vol huis

“Binnen de kortste keren had ik weer een vol huis,” lacht Daniëlle. Haar in Amsterdam en Groningen studerende kinderen kwamen terug naar het ouderlijk nest. De jongste dochter volgde haar opleiding vanuit huis en haar man werkte vanuit huis. “Ik was blij dat ik met mijn vitale beroep nog wel naar kantoor mocht.” Inmiddels is het weer wat rustiger in huize Harsta. Man mag weer naar zijn werk, oudste dochter heeft een baan en een woning elders gevonden.
De jongste dochter, die in de horeca werkt, heeft een paar dagen binnen moeten blijven nadat een collega positief getest was. Verder is de corona tot nu toe aan hen voorbij gegaan. “Mijn man en ik zijn ook wel heel voorzichtig. We zien bijna niemand. Al mis ik het héél erg.”

Families betrekken

Daniëlle is écht blij dat ze niet meer in de zorg werkt. “Ik hoor van vriendinnen hoe het er daar aan toe gaat. Ik zou het verschrikkelijk hebben gevonden om familieleden te hebben moeten weren. Wij doen hier het tegenovergestelde. We proberen ze overal zoveel mogelijk bij te betrekken. Ik heb soms het gevoel dat ik probeer te compenseren wat naasten de laatste tijd aan omhelzingen met hun dierbaren te kort zijn gekomen.”

Veilig

Uitvaartbegeleider Daniëlle Harsta-Franken en haar collega’s komen nog steeds bij families thuis om uitvaarten te regelen. “Ik heb maar één regel: ik houd anderhalve meter afstand. Of zij dat onderling doen, moeten ze zelf weten, maar om veilig te kunnen werken, moeten ze wel afstand tot mij houden.” Vaak is dat gemakkelijker gezegd dan gedaan. “De eerste twee dagen lukt het meestal wel, maar daarna vergeet ik het vaak. Het voelt dan al zo vertrouwd. En ik ben zo gewend om even iemand een klopje op de arm te geven.”

Aanraken mag

Nabestaanden denken vaak dat ze een overledene niet meer mogen aanraken. Maar dat mag altijd. Ook als mensen aan corona zijn overleden. “We moeten heel vaak uitleggen dat overledenen niet meer besmettelijk zijn. Maar de angst voor corona zit er enorm in.”

Echt contact

Dat de uitvaarten kleiner zijn dan vroeger, heeft beslist pluspunten ervaart ook Daniëlle. “Er is meer rust, meer echt en diepgaand contact tussen de mensen die de uitvaart regelen. “Ik heb al heel veel mooie intieme manieren van afscheid nemen mee mogen maken, in tuinen, op begraafplaatsen of op andere plekken buiten.

Herinneren

Ook ontstaan er nieuwe rituelen om medeleven te tonen. “Wij adviseren families wel om een leeg ‘herinnerings’kaartje met de rouwkaart mee te sturen. Met de vraag of ze daar een herinnering aan de overleden op willen schrijven en die op willen sturen naar de nabestaanden. Ik maak mee dat die kaartjes worden voorgelezen bij de uitvaart. We zien dat diegenen die niet bij de uitvaart kunnen zijn tal van creatieve manieren verzinnen om hun medeleven te laten blijken en om op een of andere wijze zelf afscheid te nemen. In die zin is het óók een mooie tijd.”

Foto’s Saskia Aukema

In coronatijd zijn veel mooie initiatieven ontstaan, van erehagen tot het online bijwonen van uitvaarten en herdenkbijeenkomsten. Lees daarover in dit artikel.