Politievervoer

Soms gebeurt het dat een overledene wordt vervoerd in opdracht van de politie. Politievervoer kan bijvoorbeeld plaats vinden omdat de overledene geen natuurlijke dood lijkt te zijn gestorven en uitgesloten moet worden dat er een misdrijf in het spel is. Maar ook als iemand op straat na een hartstilstand overlijdt, kan de politie opdracht geven om de overledene te vervoeren.

De arts die de schouw doet, kan twijfelen of de overledene een natuurlijke dood is gestorven. In dat geval schakelt hij de gemeentelijk lijkschouwer in. De gemeentelijk lijkschouwer kan nader onderzoek van de overledene gelasten. Daarvoor wordt de overledene dan naar een mortuarium getransporteerd. De kosten voor dit onderzoek en het politievervoer, tot het moment dat de overledene wordt “vrijgegeven”, komen voor rekening van politie en justitie. Nadat de overledene is vrijgegeven komen de kosten voor rekening van de nabestaanden.

Soms is het nodig dat de overledene voor het onderzoek de gemeente waar hij is overleden, verlaat. Dan wordt de overledene daarna op kosten van politie en justitie naar een in overleg met de nabestaanden gekozen mortuarium overgebracht. Zijn er geen nabestaanden bekend, dan wordt de overledene teruggebracht naar de gemeente van het overlijden. Die gemeente draagt dan verder zorg voor de uitvaart.

Soms overlijdt er iemand op een plaats waar hij zo snel mogelijk moet worden weggehaald. Ook als de nabestaanden nog niet zijn ingelicht en nog geen keuze hebben kunnen maken waar naar toe. Bijvoorbeeld als iemand in de openbare ruimte overlijdt en vrijwel direct duidelijk is dat er geen misdrijf in het spel is. Politie geeft dan opdracht om de overledene naar een mortuarium te vervoeren. Politie doet dat als zaakwaarneming voor de nabestaanden, omdat op zij dat moment nog niet bekend zijn bij de politie. De kosten van het transport en het verblijf in het mortuarium horen bij de kosten van de uitvaart en komen dus voor rekening van de nabestaanden.