Particuliere en algemene graven
De meeste begraafplaatsen kennen zowel particuliere als algemene graven. Of u kiest voor een particulier of een algemeen graf heeft grote invloed op wat u te zeggen heeft over het graf.
Algemeen graf: de houder van de begraafplaats beslist
Een algemeen graf is een graf waarvan de houder van de begraafplaats beslist wie erin begraven worden.
In een graf is vaak plaats voor twee of meer personen. In een algemeen graf wordt doorgaans “op volgorde van binnenkomst” begraven. De overledene deelt het graf dus veelal met vreemden.
Het graf blijft minimaal tien jaar in stand, maar begraafplaatsen kunnen graven ook voor langere termijnen uitgeven. Na die termijn beslist de houder van de begraafplaats of het graf geruimd wordt. Een jaar tot een half jaar voor het verstrijken van de uitgiftetermijn van het algemene graf informeert de begraafplaatshouder een belanghebbende. Dat is doorgaans een nabestaande, wiens adres bij de begraafplaatshouder bekend moet zijn.
Particulier graf: de rechthebbende van het graf beslist
Een particulier graf is een graf waarop een uitsluitend recht is gevestigd, waarbij de rechthebbende bepaalt wie daarin wordt begraven. De rechthebbende van een particulier graf is doorgaans een van de nabestaanden van de eerste overledene die daarin begraven is, of – bij een nieuw graf – de opdrachtgever van de uitvaart.
De houder van de begraafplaats communiceert met de rechthebbende. De rechthebbende bepaalt niet alleen wie er in het graf begraven wordt, maar ook hoe het graf eruit ziet en verzorgd wordt, welk grafmonument geplaatst wordt, hoelang het graf blijft bestaan, of de overledene eventueel opgegraven wordt (en elders begraven of gecremeerd wordt), etc.
In particuliere graven kan soms één persoon begraven worden, soms meerdere. Dat verschilt van plaats tot plaats en is mede afhankelijk van de grondwaterstand.
Verlengen van grafrecht
Op particuliere graven rust grafrecht. Dat is een uitsluitend recht dat doorgaans voor een bepaalde periode, maar soms voor onbepaalde tijd gevestigd wordt.
Het grafrecht kan dan telkens verlengd worden. Doorgaans met termijnen tussen de vijf en twintig jaar. Een verzoek tot verlenging moet binnen twee jaar voor het verstrijken van de termijn gedaan worden. De begraafplaatshouder wijst de rechthebbende schriftelijk op het verstrijken en de mogelijkheid tot verlengen. Hij doet dat ook door mededelingen bij het graf en op de begraafplaats gedurende het laatste jaar van de looptijd van het grafrecht.
Als de rechthebbende zijn onderhoudsverplichtingen – ook na aandringen van de begraafplaatshouder – langdurig niet nakomt, kan het grafrecht vervallen worden verklaard.
Wanneer een rechthebbende overlijdt of afstand doet van het grafrecht, kunnen andere belanghebbenden vragen het grafrecht te krijgen. Daarvoor geldt: wie eerst komt, eerst maalt. Bij de meeste begraafplaatsen moeten daarvoor overschrijvingskosten betaald worden.
Opgraven, ruimen en schudden van graven
Ruimen en opgraven zijn verschillende zaken.
Opgraven
Een rechthebbende van een particulier graf of een belanghebbende van een algemeen graf kan vragen om een overledene op te graven en elders te herbegraven of te cremeren. Het doel van het opgraven is dus een nieuwe plek voor de overledene. Voor een dergelijke opgraving is altijd toestemming van de Burgemeester nodig. De vergunning wordt doorgaans alleen gegeven voor een opgraving kort na het overlijden (de algemene richtlijn is binnen 2 maanden na overlijden), dan wel voor meer dan 10 jaar na het overlijden. In geval van een algemeen graf waarin boven de overledene andere personen zijn begraven, zal de Burgemeester de verstoring die het opgraven voor de andere overledenen betekent, meewegen in zijn besluit. Vindt de opgraving binnen één jaar na de begrafenis plaats en wordt de opgraving gevolgd door een crematie, dan is ook een verlof van de officier van justitie nodig.
Ruimen
Ruimen vindt plaats als er geen grafrecht meer op een graf rust, dan wel het een algemeen graf betreft en de uitgiftetermijn van de laatste begraving (doorgaans 10 jaar) is verstreken. Doel van ruimen is de grafruimte vrij te maken. De houder van de begraafplaats beslist of en hoe een graf geruimd wordt.
Ruimen vindt in de praktijk vaak in twee fasen plaats. Eerst wordt het grafmonument verwijderd. Later, als het graf voor een nieuwe begrafenis wordt gebruikt, worden de resten van de overledenen opgegraven. Die resten worden vaak dieper in hetzelfde graf geplaatst. Soms worden ze op een centrale plaats (in een verzamelgraf) herbegraven. De resten worden nooit verbrand, maar blijven altijd op de begraafplaats. De twee fasen kunnen tegelijk plaats vinden als een heel grafveld wordt geruimd.
Schudden
Het schudden van een graf is een vorm van ruimen. Een particulier graf wordt voor een bepaald aantal personen uitgegeven: er is ruimte voor 1, 2 of 3 overledenen. Als een graf wordt geschud worden de resten van de overledenen diep onderin het graf (onder de ruimte voor de onderste kist) begraven. Zo ontstaat er weer ruimte voor nieuwe begravingen.
Of schudden mogelijk is, is doorgaans vermeld in de beheersverordening of het reglement van de begraafplaats. Een graf mag pas geschud worden als de laatste begraving meer dan 10 jaar geleden heeft plaats gevonden.
Vind een gecertificeerd uitvaartbedrijf
Vertrouw op de kennis en ervaring van een BGNU-uitvaartbedrijf.