Het lichaam van de overledene: thanatopraxie of koelen
Tijdelijk conserveren van een overleden lichaam kan door thanatopraxie of koelen. Thanatopraxie is een lichte balseming. Bij thanatopraxie worden de lichaamsvloeistoffen vervangen door licht conserverende vloeistoffen. Daardoor ziet het lichaam van de overledene er minder doods uit, dan wanneer het gekoeld wordt.
Door de geschiedenis heen heeft de mens altijd geprobeerd om het lichaam van overledenen zo lang mogelijk “goed” te houden. Egyptische farao’s wier lichaam door mummificatie werd behouden, zijn daarvan misschien wel het meest sprekende voorbeeld. De balseming die de oude Egyptenaren uitvoerden, heeft echter niets te maken, met de lichte balseming (thanatopraxie) die sinds 2010 in Nederland is toegestaan. Tot die tijd was het alleen mogelijk om het lichaam te tijdelijk te conserveren door het te koelen.
Het lichaam conserveren door koelen
Door het lichaam na het overlijden zo snel mogelijk te koelen worden ontbindingsprocessen vertraagd. De overledene blijft zo enkele dagen toonbaar en kan opgebaard worden. De koeling wordt dan vaak onder het lichaam van de overledene of onder de kist waarin de overledene ligt, aangebracht. Het is dan aan te raden om de overledene op de rug op te baren: zo worden alle delen van het lichaam het beste gekoeld. Daarnaast is het belangrijk om ook de ruimte waarin de opbaring plaats vindt, zo koel mogelijk te houden.
Koeling voorkomt vrijwel nooit dat de overledene in de dagen tot de uitvaart zichtbaar verandert. Het gezicht valt in, de huid wordt bleek, nagels, lippen en oren kleuren vaak blauw. Ook kunnen lichaamsvochten en -geuren vrijkomen. Welke veranderingen optreden en hoe snel dat gebeurt, hangt van veel factoren af zoals de omvang van de overledene en een eventueel ziekteproces voor het overlijden.
Sommige mensen vinden dat het waarnemen van de veranderingen aan het lichaam van de overledene hen helpt bij het accepteren dat diegene echt dood is. Anderen vinden het onprettig en herinneren zich het lichaam van de overledene het liefst zoals het was bij leven.
Thanatopraxie of lichte balseming
Balsemen is het conserveren van het lichaam van een overledene voor de langere termijn. Het balsemen van een lichaam wordt in Nederland eigenlijk alleen toegepast als een overledene naar het buitenland vervoerd moet worden.
Bij thanatopraxie wordt het lichaam tijdelijk geconserveerd. Dat gebeurt op dezelfde manier als bij balsemen, maar doordat de vloeistof die ervoor wordt gebruikt minder geconcentreerd is, werkt de balseming maar maximaal tien dagen. Thanatopraxie wordt daarom ook wel ‘lichte balseming’ genoemd.
Bij thanatopraxie (en dus ook bij balseming) wordt het bloed van de overledene vervangen door een conserverende vloeistof. Tijdens de behandeling – die ongeveer 2 uur duurt – wordt het lichaam van de overledene gemasseerd. Zo kan de vloeistof zich goed door het lichaam verspreiden.
Bij koelen vindt de conservering van het lichaam van buitenaf plaats. Bij thanatopraxie wordt het lichaam van binnenuit geconserveerd. Daardoor werkt thanatopraxie bij overledenen met overgewicht vaak beter dan koelen. Ook na obductie of orgaandonatie, waardoor de overledene vaak bleek ziet en de ontbinding vaak wat sneller verloopt, kan thanatopraxie een goede keuze zijn. Thanatopraxie remt niet alleen de ontbinding, het zorgt ook voor een minder doodse huidskleur.
Thanatopraxie remt de ontbinding van het lichaam gedurende 10 dagen. In die tijd is het niet nodig om het lichaam te koelen. Het lichaam voelt dan ook minder koud en doods aan. Thanatopraxie remt ook de lichamelijke veranderingen die na de dood optreden, zoals verkleuringen van de huid, lippen en nagels, en het vrijkomen van lichaamsvocht en -geuren.
Het vervangen van het bloed door de vloeistof is een specialistische handeling die bij voorkeur in een mortuarium wordt uitgevoerd. Wanneer het overlijden thuis, of in een verzorgingsinstelling of hospice heeft plaatsgevonden, betekent de keuze voor thanatopraxie dus in veel gevallen een transport naar een mortuarium en vandaar uit naar de opbaarlocatie.
Koelen of thanatopraxie: overwegingen
- Met thanatopraxie toont de overledene minder doods en voelt hij minder koud, dan wanneer het lichaam geconserveerd wordt door het te koelen. Het lichaam is daardoor prettiger om te zien en aan te raken. De overledene hoeft bij thanatopraxie ook niet perse liggend op de rug opgebaard te worden. Bij koelen moet dat wel.
- Bij koelen is in de periode tot de uitvaart vrijwel altijd verandering van het lichaam zichtbaar. Het lichaam wordt langzaam steeds meer dood. Voor veel mensen voelt het dan ook natuurlijk om de overledene “te laten gaan”. Thanatopraxie kan ervoor zorgen dat het lichaam er ook op de dag van de uitvaart nog uitziet alsof de overledene alleen maar even slaapt. Het kan dan moeilijk zijn om de overledene te begraven of cremeren.
- Dat bij thanatopraxie geen koeling nodig is, is vaak prettig bij een thuisopbaring: de kamer waarin de overledene zich bevindt hoeft niet extra koud te zijn en er is geen gezoem van de motor van de koelapparatuur.
- De kosten van thanatopraxie kunnen hoger zijn dan de kosten van koelen. Thanatopraxie moet worden uitgevoerd in een omgeving die daarvoor is ingericht. Het kan daarom nodig zijn om de overledene naar een mortuarium of uitvaartcentrum te vervoeren voor de behandeling. Dat kan extra kosten met zich meebrengen.
- Thanatopraxie kan een oplossing zijn als het lichaam van de overledene (bijvoorbeeld door een voorafgaande ziekte) in een slechte conditie is waardoor opbaring anders niet of alleen heel kort mogelijk zou zijn. Ook als de overledene lang opgebaard wordt (bijvoorbeeld omdat naasten uit het buitenland overkomen) in een warme zomer, kan thanatopraxie een uitkomst zijn. De kans dat opbaring van de overledene tot aan de dag van de uitvaart mogelijk is, is in die gevallen met thanatopraxie beter dan met koelen.
Vind een gecertificeerd uitvaartbedrijf
Vertrouw op de kennis en ervaring van een BGNU-uitvaartbedrijf.